De vogelpopulaties in Europa zijn er de voorbije dertig jaar sterk op achteruit gegaan. Vooral de populaties van veelvoorkomende soorten zijn getroffen, maar dat is op zich geen goed nieuws, zeggen Britse onderzoekers.

IPS . 5 NOVEMBER 2014


Uit de studie in het wetenschappelijk tijdschrift Ecology Letters blijkt dat er nu naar schatting 421 miljoen minder vogels zijn dan dertig jaar geleden. Zo’n 90 procent van dat verlies komt op rekening van de 36 meest voorkomende soorten, zoals spreeuwen, mussen en leeuweriken.

Economie

“Maar het is net zorgelijk dat de meest voorkomende soorten zo snel achteruit gaan”, zegt Richard Inger van het Environment and Sustainability Institute aan de University of Exeter. “Het is immers die groep vogels die mensen het meeste voordelen oplevert. “

De vogels zijn van economisch belang voor de mens, omdat ze onder meer plagen bestrijden in de landbouw en zaden verspreiden. Ze zijn ook belangrijk voor het welzijn, omdat ze voor veel mensen de primaire interactie betekenen met het milieu. “Het is steeds duidelijker dat interactie met de natuur essentieel is voor het menselijk welzijn en de snelle teloorgang van de vogels kan aanzienlijke schade aanrichten aan de samenleving”, zegt Inger.

Zeldzame vogels

Opvallend genoeg gaan sommige meer zeldzame soorten er lichtjes op vooruit, zoals raven, buizerds en kiekendieven. Dat is volgens de onderzoekers te danken aan specifieke beschermingsmaatregelen en het wettelijke kader in Europa.

“De meer zeldzame soorten hebben geprofiteerd van de wettelijke bescherming in Europa”, zegt Richard Gregory van het Centre for Conservation Science. “De witte ooievaar en bruine kiekendief kregen het hoogste niveau van bescherming in de EU, en daardoor zijn hun aantallen gegroeid. Beschermingsmaatregelen en een juridisch kader zijn essentieel om de teloorgang om te keren.”

De wetenschappers vermoeden dat de teloorgang van de vogels in verband staat met moderne landbouwmethoden, de aftakeling van het milieu en een steeds meer gefragmenteerde habitat.