Vogelexcursie West Zeeuws-Vlaanderen, 7 juni 2015

Gids : Luc Van Schoor
Leiding : Marc Hofman
aantal deelnemers : 24

verslag voormiddag : Sonja Van Kerckhove
verslag namiddag : Peter Van Elsacker

Vandaag trekt Ardea naar Zeeuws Vlaanderen. Het is al zonnig
en lekker warm op de Bist, en de deelnemers hebben er blijkbaar zin in, want
iedereen staat al paraat vóór het geplande vertrekuur. Luc geeft naar goede
gewoonte een korte toelichting over wat de deelnemers tijdens deze tocht mogen
verwachten, en Marc overhandigt aan elke chauffeur een nota met de verschillende
bestemmingen (verdwalen = uitgesloten!).

Om 8 uur stipt starten we met als eerste doel: Sophiapolder
in Aardenburg.

Onderweg is het al genieten van het kleurrijke landschap,
waaronder de lichtblauwe vlasvelden de kroon spannen. Peter en Peggy, onze
deelnemers uit Herentals, staan ons zoals afgesproken al op te wachten vóór de afgesproken
plaats en onze kolonne rijdt nu voltallig naar de Sophiapolder.

Wat een prachtige plas! Hier trekken niet alleen de vogels
onze aandacht, ook de planten die hier in de buurt weelderig groeien zoals Grote
ratelaar, Rietorchis, Moerasandijvie, worden door de deelnemers geapprecieerd. Vincent
laat plots een enthousiaste kreet, want hij spot een Sneeuwgans door zijn telescoop.
Mooie start. Er volgt Grutto, Kemphaan, en op onze speurtocht naar
“speciallekes” valt ons oog op een nest met kakelverse eieren van Brandganzen. Er
lopen en zwemmen in deze periode van het jaar nog veel kleine schattige pulli’s
rond van vooral Brandganzen en Grauwe gans … steeds weer een vertederend beeld …
maar mogelijk ten koste van broedgevallen van Fuut waarvan we er slechts één
exemplaar te zien krijgen.We vervolgen onze wandeling langs deze prachtige plas
waar overweldigend veel vogels genieten van een veilig plekje, waaronder Kluten
met jongen, Kleine Plevier, Groenpootruiter, en iets verder wordt met veel
enthousiasme de Visdief gezien. We misten echter de aangekondigde Grauwe
franjepoot en Gestreepte strandloper, maar nadien vernemen we dat die aan de
Westkant zaten (dus uit ons zicht) – dikke pech!

De chauffeurs verzetten hun auto naar de volgende plas met aan
de overkant een enorme Oeverzwaluwwand – met nesten – waar de Oeverzwaluwen
zeer bedrijvig rondvliegen.

Om 9u50 rijden we door naar De Blikken in Groede. Hier zijn
twee knappe kijkhutten, de nieuwste kreeg de naam “Hof Van Scheerens” en de
tweede “de Sluiswachter”. Deze laatste hut werd genoemd naar de
sluiswachterswoning uit 1613, die op deze locatie stond om belasting te innen
van schepen die hier het Nieuwerhavensegat binnenvoeren. Vanuit deze plek
genieten we van het gezang van een triootje: Spotvogel, Tuinfluiter en Grasmus,
ideaal om hun liedjes te kunnen vergelijken.
De Koekoek snijdt op deze plek de adem van Luc bijna af: er
vliegt een paar over, waarvan het wijfje bruine fase die zelden te zien is! Wat
een meevaller. De Koekoek laat zich gedurende deze dagtocht trouwens gedurig
horen én zien – die genieten blijkbaar ook van het zonnig weertje. We zien hier
ook o.m. Lepelaar, Zomertaling, Mannetje Bruine Kiekendief Groenpootruiter.

11u50: hup, de wagens in richting de Baarzandse Kreek
(eveneens in Groede); onderweg genieten we weer van de overweldigende blauwe vlasvelden.
Op deze plek trekt niets speciaals onze aandacht en Luc en Marc besluiten dat
het etenstijd is. Het is inmiddels lekker warm geworden en we hebben niet
alleen honger maar ook wreed erge dorst!

In het haventje van Breskens zorgt Luc voor een plaatsje op
het terras van “de Dukalf” waar we met z’n allen gezellig samen kunnen zitten met
zicht op het haventje en zijn boten. We laten ons hier niet alleen verleiden
door een lekker drankje want vanuit de gelagzaal komen de geuren van gebakken
gerechten onze neusorganen strelen en, zeg nu eerlijk: wie kan er weerstaan aan
een portie warme, krokante, kibbelingen?

Na de picknick rijden
we naar onze volgende bestemming: Voorland bij Nummer Eén. Een merkwaardige
naam voor een “buurtschap” of gehucht bij Breskens, maar een logische: het was
de eerste kavel die ontstond na inpoldering van de Hooge Plaete, een zandbank in
de Westerschelde op het einde van de 18de eeuw (Bron: Wikipedia).
Iedereen stapt uit en de auto’s worden door de chauffeurs aan de aankomstplaats
van de wandeling afgezet. Dan gaan we met z’n allen de Scheldedijk op en zie,
de eerste zeehonden worden al in de verte gespot. Ze liggen op het eiland De
Hooge Platen, een beschermd gebied beheerd door het Zeeuwse Landschap. Later
zullen we ze duidelijker van dichterbij zien. Hoewel het tijdens het
broedseizoen niet toegankelijk is, zitten er toch een paar boottoeristen op.
Uit onwetendheid of boosaardige lompheid? Ach ja, er zijn altijd van die mensen
die hun ego boven alles stellen. De dijk wordt begraasd door schapen, “levende”
schapen zoals iemand alert opmerkt. Dat is
best zo, want met niet-levende schapen gaat het niet zo goed vooruit.
We dalen van de dijk af naar het gebied op Scheldeniveau,
Voorland Nummer Een. “Voor”land genoemd, omdat het gebied voor de Scheldedijk
ligt vanuit de Schelde bekeken. Het strekt zich uit tussen Breskens en
Hoogplaat. Vroeger was het volledig schorregebied en het is ongeveer 25 jaar
geleden ontstaan tijdens de deltawerken. Nu is het ingericht voor
natuurontwikkeling met grasland, platen, schorre en een eiland als veilige
broed- en rustplaats voor kustvogels (sterns!).
We gaan ernaar toe langs het pad, dat ook een druk gebruikt fietspad is.
Het is een brak terrein met zijn typische plantengroei: zeekraal, lamsoor en
gerande schijnspurrie met frisse roze bloempjes.
Dit vogeleiland is de broedplaats van vooral meeuwen en sterns.
Bij springtij kan dit overstromen, wat een tiental jaar geleden een zware klap
toediende toen tijdens het broedseizoen een hoog springtij de nesten
wegspoelden. De grote sterns trokken weg en werden later gesignaleerd op
Schouwen en zelfs in Schotland.

Het is nu laag water, dat is goed om de zeehonden te zien
luieren op de zandplaten, maar minder goed om vogels te observeren. Maar het
blijft de moeite, ik haal er slechts een paar opvallende aan: grote stern,
dwergsterns zitten op hun broedplaatsen, zwartkopmeeuw, visdief, lepelaar,
kluut, scholekster., steenloper.
Het eiland dat met schelpenzand bedekt is, wordt elk jaar
voor het broedseizoen met een tractor omgeploegd, anders zou het begroeid
worden en ongeschikt voor deze vogels die een open biotoop nodig hebben. Er
ligt en soort ponton aan de kant dat uitgelegd wordt om de tractor op het eiland
te krijgen. Elke vogel kiest zijn favoriete plek: de kok-en zwartkopmeeuwen
houden van een beetje gras, de visdieven , dwergsterns en kluten hebben het
liever kaal. Vanuit de kijkhut op de dijk is dit goed te zien. Wij blijven
echter beneden en zien een groep rosse grutto’s (ca. 37), waarvan … één rosse en de rest bleke. Dat zijn de
eenjarigen die nog niet aan broeden toe zijn en dus geen ros kleed nodig hebben
om te imponeren.

Op de Hooge Platen wordt heel in de verte iets bleeks
gezien, een grote vogel die rechtop lijkt te zitten. Er barst een discussie
los: is het een slechtvalk, is het een meeuw, is het …? In elk geval zijn de
sterns er niet gerust in en vliegen even later massaal op als de Slechtvalk hen opjaagt
We lopen verder en zien nog allerlei gevogelte te land, ter
zee en in de lucht. Grote stern, vissende visdiefjes, kokmeeuwen en
zwartkopmeeuwen (het verschil is nu goed te zien), bergeenden met hun resem
gestreepte kuikens. Een groep grauwe ganzen zwemt netjes in lijn voorbij en , hé,
er sluit een vreemde aan bij de kop: een Indische gans. De fabelachtige prijs
voor de eerst gespotte strandloper blijft echter in de kast.
We naderen het einde van deze wandeling. Er zijn enkele
rechthoekige plassen uitgegraven met verschillende diepten zodat er een
gradiënt ontstaat en daardoor wat meer diversiteit. Aan de overkant op de Hooge
Platen zijn de zeehonden nu duidelijk te zien, een negentigtal , waaronder
minstens 5 grijze.

Een kort rit met de wagen brengt ons in de Braakman, een voormalige
geul van de Westerschelde die diep het land binnendrong. Die is nu afgesloten en deels
ingepolderd, een stuk is natuurgebied
dat beheerd wordt door Staatsbosbeheer. We bezoeken eerst het bezoekerscentrum
Braakmanhoeve om dan te gaan wandelen in het gebied dat bestaat uit heggen,
weilanden, kleine dennenbossen en rietvelden. Elzen, wilgen en vlier zijn
talrijk aanwezig in het landschap. Gekend zijn ook de weiden met orchideeën, en
we vinden ze: samen met grote ratelaar staan rietorchis en bosorchis in bloei.
Harlekijn vinden we niet en voor moeraswespenorchis is het te vroeg om te
bloeien.

Op weg naar de Braakmankreek zien we onder andere kneu en in
een plas met zandplaat in een wei: bergeenden, en kievitten. Op de kreek
lichten zeilbootjes op in de zon. Voor vogels is het maar stilletjes. Maar
toch, een valk zorgt voor een woordenwisseling: is het torenvalk of boomvalk?
Hoe dan ook, later zien we wel degelijk een boomvalk, aan die waarneming
twijfelt niemand. We volgen de Braakman langs orchideeënweiden, horen een
bosrietzanger lustig zingen in de rietkraag. Het zijn goede imitators: in hun
zang zijn allerlei geluiden van andere vogels te horen, althans voor het
geoefende oog. De gluurmuur, ik moet het toch even vermelden voor het woord
alleen al. Maar een gluurder wordt niet altijd beloont, er is weinig
spectaculairs te zien. Doch dat wordt ruimschoots goedgemaakt als we in het
dennenbosje komen waar een gemengde reigerkolonie huist. Zowel blauwe reiger
als kleine zilverreiger hebben er hun nesten, we horen de jonge blauwe reigers
roepen. Het is een prachtig zicht om van onderaan beide reigersoorten te zien
vliegen tussen de bomen door. De vleugels van de overvliegende kleine
zilverreigers lijken wel licht te geven in de zon. Een indrukwekkende afsluiter!
Nog even doorstappen naar de Braakmanhoeve waar de auto’s
staan en we keren – om te beëindigen met een gemeenplaats – moe maar voldaan
terug naar huis.

Op de vogellijst zijn 94 soorten aangekruist. Van een
vogeldag gesproken !

soortenlijst

Aalscholver, Bergeend, Blauwe
reiger, Boerenzwaluw, Bontbekplevier, Boomvalk, Bosrietzanger, Braamsluiper, Brandgans,
Bruine kiekendief, Buizerd, Canadese gans, Dodaars, Dwergstern, Ekster, Fazant,
Fuut, Gaai, Gele kwikstaart, Geoorde fuut, Gierzwaluw, Grasmus,Graspieper, Grauwe
gans, Groene specht, Groenpootruiter, Grote bonte specht, Grote stern, Grutto, Heggenmus,
Holenduif, Houtduif, Huismus, Huiszwaluw, Kauw, Kemphaan, Kievit, Kleine
karekiet, Kleine
mantelmeeuw, Kleine plevier, Kleine zilverreiger, Kluut, Kneu, Knobbelzwaan, Koekoek, Kokmeeuw, Koolmees,
Krakeend, Kuifeend, Lepelaar, Meerkoet, Merel, Nijlgans, Oeverloper, Oeverzwaluw,
Patrijs, Pimpelmees, Putter, Rietgors, Roodborsttapuit, Rosse grutto, Scholekster,
Slechtvalk, Slobeend, Sperwer, Spreeuw, Staartmees, Steenloper, Tjiftjaf, Torenvalk,
Tuinfluiter, Tureluur, Turkse tortel, Veldleeuwerik, Vink, Visdief, Waterhoen, Wilde
eend, Winterkoning, Wintertaling, Witte kwikstaart, Wulp, Zanglijster, Zilvermeeuw,
Zomertaling, Zwarte Kraai, Zwartkop, Zwartkopmeeuw, Boomkruiper, Rietzanger, Spotvogel,
Sneeuwgans, Indische gans.